Het spargie gedicht


Ik lag met jou in hetzelfde bed
We sliepen wel rechtop
Jij stak er net wat bovenuit
Vandaar jou blauwe kop

Ik was stapel op jouw lange lijf
Dat mag je nu best weten
Ik vond jou echt een reuze wijf
Gewoon om op te vreten

Laatst droomde ik de hele nacht
Aan een stuk door van jou
Jij werd mijn bruid mooi wit
Omdat ik van sleepasperges hou

Plots werd mijn droom bruut verstoord
Ik bloedde aan mijn kuiten
Wij werden allebei vermoord
Door zo’n hovenier van buiten

Wij werden in een kist gelegd
En spoedig daarna gewassen
Mijn rug was krom de jouwe recht
Jij was dus eerste klasse

Wat wreed toch van zo’n hovenier
Ons zo uiteen te rukken
Ik heb jou daarna nooit meer gezien
Want ik lag bij de stukken

Weet je wat ik het gekke vind
Het is eigenlijk heel stom
Terwijl ons leven in de grond begint
Is dat bij de mens net andersom